Fris de tennisjungle in, met een zak geld

De GVR, de Grote Vriendelijke Reus uit het boek van Roald Dahl, noemen ze het 19-jarige tennistalent Egbert Weverink in Amsterdam. Met zijn 2,02 meter wil hij op ouderwetse wijze, met service-volley en enkelhandige backhand, de wereldranglijst bestormen. Hij heeft negen jaar om zijn missie te voltooien, want de gemiddelde leeftijd in de mondiale top-100 de laatste jaren is gestegen van 24 naar 27 jaar.single-vs-Yash

30-40. Weverink heeft breekpunt tegen op eigen service in de kwalificaties van het future-toernooi van Izmir, aan de Turkse westkust. Het is Ramadan en de naastgelegen moskee begint middels de Imam luidkeels geluid uit te stoten. Op de naastgelegen baan is een tennisser aan het kotsen, hij kan niet meer tegen de veertig graden hitte. Zelfs de normaal zo rustige Weverink moet even twee keer slikken alvorens hij aanlegt voor zijn service. Is dit een slechte droom of de manier om je naar de top van de aperots te tennissen?

Welkom in de wereld van de ‘futures’, ook wel de tennisjungle genoemd. Ze staan onderaan in de hiërarchie van tennistoernooien, in een oplopend rijtje van Challengers, ATP-toernooien en Grand Slams. Het zijn de toernooien voor aanstaande proftennissers zonder punten voor de wereldranglijst of de mindere goden die 500ste staan op de wereldranglijst. Prijzengeld en publiek zijn welhaast afwezig. Scheidsrechters en lijnrechters bestaan niet in dit circuit. Eén voordeel: als je een derde beslissende set speelt krijg je een blik nieuwe ballen. “Die wedstrijd in Izmir won ik nog wel, maar het was een aparte sfeer,” lacht Weverink om zijn eerste future toernooi in zijn debuutjaar als fulltime tennisser. Hij maakte dit jaar zijn VWO af om zich daarna in het tenniscircuit te storten. Je mag hem een hemelbestormer noemen. De kans dat de rustige reus, opgegroeid in De Meer tegenover de tennisbanen van VVGA, faalt in de jungle van het proftennis is groot. Vrachtwagens vol Nederlandse supertalenten zijn ten onder gegaan in deze jungle en krijgen altijd de kritiek dat ze mentaal niet gehard genoeg zijn. Net als Weverink nu begonnen ze fris en vrolijk aan het avontuur om daarna gedesillusioneerd af te haken. “Ik denk dat de bereidheid om echt heel diep te gaan ontbreekt bij sommigen. Er zijn in Nederland ook veel opties om iets anders te doen. Als ik mensen in Nederland vertel dat ik fulltime ga tennissen, kijken ze me vaak argwanend aan. Zou je dat wel doen? Die Oostblokkers op de tennistour proberen zich uit de sloppenwijk te tennissen en stelen punten van je op de baan omdat er geen scheidsrechters zijn.”

Vorig jaar speelde Weverink, nog zonder een ATP-punt in de zak en geen notering op de wereldranglijst, zijn eerste future in Heraklion op het Griekse eiland Kreta samen met tennismaatje David Pel. “Dat toernooi begon ik dramatisch. We speelden op glad kunstgras waar ik niet uit de voeten kwam. Ik verloor 6-4 6-4 van een Italiaanse jongen, ik was bloednerveus. David keek naar de wedstrijd, verder was er niemand,” vertelt de voormalige nummer 3 van Nederland bij de junioren. Deze maand wist hij in het Turkse Izmir hij twee rondjes in de kwalificatie te winnen maar het hoofdtoernooi niet te bereiken. Zijn harde service imponeerde nog niet. Weverink gooit de bal net zo hoog op als de Tsjech Tomáš Berdych, de nummer vijf van de wereldranglijst. De bal gaat meters de lucht in om hem een zo hoog mogelijk raakpunt te creëren. Het is een schitterend gezicht, maar het is tegelijk zijn zwakte, omdat perfecte timing vereist is.

Weverink had deze maand in voormalig top-100 speler Dennis van Scheppingen iemand die hem en zijn maatje David Pel begeleidde in Turkije. Om de kosten te drukken deelden ze de hotelkamer. Weverink: “Het is zoveel fijner om met coach te reizen. Je hebt dan altijd een klankbord, je kunt altijd met iemand trainen en hoeft niet alles zelf te regelen. Maar begeleiding kost tweeduizend euro per week.”

Toptennis is niet voor de arme medemens. Weverink mag blij zijn dat zijn ouders, vader tekstschrijver, moeder werkend bij een pensioenfonds, geld opzij hebben gelegd voor hun spruit. Het geld dat eigenlijk bestemd was om te studeren gaat nu naar zijn tenniscarrière. “Fulltime trainen op Amstelpark kost twaalfduizend euro per jaar en dat is zonder begeleiding bij buitenlandse toernooien. Twee weken futures spelen in Turkije kost duizend euro,” rekent Weverink voor, die minimaal dertigduizend euro per jaar kwijt is aan zijn fulltime tenniscarrière. Tennisrackets, schoenen en bespanningen kosten hem drieduizend euro per jaar. “Mijn ouders hebben me gelukkig vrij gelaten om te doen met het geld wat ik wilde. Ze steunen me in mijn keuze en helpen me sponsoren te vinden. Ik ben sowieso blij dat mijn ouders vroeger altijd heel relaxed waren. Ze lazen altijd rustig een krantje tijdens mijn wedstrijd.” Hij baalt dat de KNLTB op dit moment slechts twee spelers ondersteunt in zijn leeftijdscategorie. “Ik vind het wel raar en ben er niet blij mee. Ik denk dat er meer talent is van onze leeftijd die steun verdient vanuit de tennisbond”, neemt Weverink geen blad voor de mond.

De startsituatie van Weverink staat in schril contrast met de elite van het tennis. Novak Djokovic, Rafael Nadal, Andy Murray en Roger Federer: ze hebben allemaal een peperduur begeleidingsteam om zich heen. Een fitnesstrainer, voedingsdeskundige, hitting partner, travelling coach, masseur en manager. Waar vroeger spelers in groepjes de wereld over reisden en een coach deelden, is de sport een stuk fysieker en veeleisender. De oplopende leeftijd van een gemiddelde top-100 speler vertelt dat een tennisser in de moordende concurrentie nu rijp is met een volgroeid lichaam, mentale hardheid en technische en tactische volwassenheid. Een 17-jarige Michael Chang of een 19-jarige Rafael Nadal die Roland Garros wint: het is tegenwoordig ondenkbaar. “Er komt steeds meer bij kijken. Je haalt het niet alleen met talent. Het is een lang rijpingsproces”, is Weverink realistisch. “Ik denk dat mijn piek pas zal komen vanaf mijn 25-jarige leeftijd. Hoe het financiële plaatje er over zo’n lange tijd uitziet? Het is een lastig verhaal, daarom stoppen zoveel jongens ook voortijdig. Ik wil er alles voor doen en tot mijn dertigste een carrière maken in het tennis.” Waarom het talent die in Nederland Richard Krajicek als zijn voorbeeld ziet, het zou kunnen halen? Hij is gedisciplineerd, drinkt geen alcohol, is realistisch en beschikt over specifieke wapens. Waarom niet? Hij is geen megatalent, maar iemand die met aanvallend spel en veel discipline de vreemde eend in de bijt zal moeten zijn. Maandag begint de US Open, het laatste Grandslam toernooi van het jaar, waar Amsterdammer Igor Sijsling zijn Amerikaanse losing streak van vier hardcourtwedstrijden probeert om te draaien. Opbrengst nederlaag eerste ronde US Open: 23 duizend dollar. Eerste ronde future verliezen: 100 dollar als je geluk hebt. Trainer Bas Coulier van TC Amstelpark gelooft heilig in het aanvallende spel van zijn pupil: “Tennis is een sport van de lange adem. Egbert is een liefhebber, hij heeft sinds ik hem ken altijd iets extra’s gedaan om beter te worden.” Over een jaar kan de balans worden opgemaakt van het eerste jaar in de tennisjungle. Misschien is de GVR dan al gezonken in het moeras van de futures in Turkije, Marokko en Israël. We duimen.

Gepubliceerd in Het Parool

Share

Geef een reactie