Categoriearchief: Tennis

Sharapova verbetert niet

Met circa 23 miljoen euro per jaar is`de 26-jarige Maria Sharapova een geslaagde zakenvrouw en de best betaalde vrouwelijke sporter ter wereld. Redenen om haar spel te veranderen heeft ze dan ook niet.  maria_sharapova_tennis_1280x1024

De winst vorig jaar op Roland Garros was de bekroning voor haar lange revalidatie na haar schouderoperatie. Maar wat is er daarna gebeurd? En wat leert Serena Williams Sharapova? Behalve dat de Amerikaanse, die de finale zaterdag met 6-4 6-4 won en haar zestiende Grand Slam pakte, op alle fronten net iets beter is dan Sharapova? Het valt op dat de tijd stil staat bij Sharapova.

Elke bal in de hoek van Williams bleek een manier om de Russin op het verkeerde been te zetten. Met grove stappen beweegt ze zich over de baan. Korte stapjes op de voorvoeten kent ze niet. Daarnaast is er geen evolutie in het spel van de Russin die bekend staat om haar harde groundstrokes. Slice, meer topspin, dropshots, doseren met hardere en zachtere ballen, volleren: het is niet aan Sharapova besteed. De Russin kent maar één versnelling: de hoogste. Zo snel mogelijk een einde maken aan de rally, dat is het devies. Uiteraard kreunend en steunend. Na een mooie rally van dertig slagen, nipt verloren door Sharapova, kijkt ze sip en verbeten. Een complimentje geven aan de tegenstander is niet aan haar besteed. Alsof de Russin tegenover een muurtje staat te spelen in plaats van een mens van vlees en bloed.

Waar Rafael Nadal de afgelopen jaren beter is gaan serveren, volleren, slicen en zijn backhand nog dodelijker is, volhardt Sharapova in haar eigen spel. Met een riant inkomen en de derde plaats op de wereldranglijst hoeft ze ook niet te verbeteren. Maar monotoom hoeft niet altijd monotoom te blijven. Ook voetenwerk is te verbeteren. En mooie Maria, volleren is echt niet eng. Gelukkig is er een reden waarom de Russin zichzelf gaat verbeteren. Het is elke keer weer die billenkoek van Serena Williams. De vrouw die na haar dertigste laat zien dat je zowel je tennis als je persoonlijkheid kan blijven ontwikkelen. Sharapova stond dan ook een beetje naakt in het Philippe Chatrier toen de vrouwelijke Arthur Ashe in Franse volzinnen het publiek na de finale bedankte. Ook buiten de baan ontwikkelt de jongste Williams zich sneller dan Sharapova, de bedenker van Sugarpova, de ‘premium line of gummy candies’.

Share

De heilige graal van het tennis

Het perscentrum van Roland Garros ligt in het hart van het tennispark in Bois de Boulogne: het ‘Court Philippe Chatrier’. Elke journalist heeft zijn eigen werkplek en een eigen scherm voor zich waarop alle banen te zien zijn. Op de derde verdieping van het perscentrum loop je zo de tribune op van het Philippe Chatrier. Het is de natte droom van elke tennisliefhebber. WP_001160

Met een kaartje voor de buitenbanen of het Philippe Chatrier of het Suzanne Lenglen blijf je een simpele ziel in vergelijking met de perskaart. Wachten, wachten, veel wachten. En zomaar even van baan wisselen is onhandig, omdat de drukte je meestal noopt om keuzes te maken. Weer in de rij staan? Nee, dank je.

Dan de felbegeerde perskaart, de badge die je trots over je schouders draagt en waar je pasfoto op staat. Bij elk court krijg je voorrang via de persingang. En tussen de ‘simpele zielen’ loop je gewoon naar voren en laat je je magische toverpas zien. De suppoosten, allemaal jonge Franse jongens en meisjes, weten niet hoe snel ze het lint voor je opzij doen. ‘Are you a coach?’ was ook een mooie opmerking bij de partij tussen Nicolas Almagro en Andreas Seppi op baan 17 toen ik mijn kaart liet zien. Eventjes naar Ana Ivanovic kijken en dan weer snel naar Suzanne Lenglen om nog een stukje Gael Monfils te zien? Prima, je zit dan drie meter van Monfils vandaan op goddelijke plaatsen. En dan nog wat puntjes meepakken bij Roger Federer in het Philippe Chatrier. Echt, alleen met een perskaart. Perstribune baan 1, de mooie klassieke arena: ik zit zo dicht op de baan dat ik Thiemo de Bakker hoor ademen en steunen als hij, vastgenageld in de backhandhoek, er alles aan doet om de mokerslagen van Wawrinka terug te brengen. Genieten.

Elke deur gaat wagenwijd open. Mensen lachen je toe. Het leven lacht je toe. Ook de berichten van de organisatie klinken goed: “Media attention: Rafael Nadal press conference will be in the main room at 4.30” gevolgd door “Media attention: Viktoria Azarenka will be at the press conference in room 2 at 4:55.” Roland Garros op een perskaart is als een snoepwinkel waar je echt alles mag pakken en aanraken en consumeren. Wat je maar wilt. En dan zijn er ook nog goedkope restaurants voor journalisten.

Het is jammer dat je nog moet werken.

(Voor de jaloerse medemens: de helft van de tijd zit je achter je computer in het perscentrum te stressen om de deadline. Of twijfel je over de insteek van je artikel. Of ben je zo moe van de drukke dagen dat je eigenlijk elke avond een hotdog eet tussen het werken door. Of probeer je heel erg iets uit een tennisspeler te krijgen die niet van interviews houdt. Of sprint je achter tenniscoaches aan die van de tribune lopen, maar die je nog nodig hebt voor een interview)

Share

Patat met in een zakje

Modeshows: 10 minuten na de eerste en tweede dagpartij. De Wilson shop. Signeersessies. Petje op, petje af quiz. De Babolat shop. Tennis With The Stars. Terug in de tijd clinic. De Tennisdirect shop. ATP Coach clinic. Een Wheelchair Experience. De Adidas shop. Around the World games. Het onvermijdelijke broodje Unox.
ABNAMRO WTT 2012
Een dag ABN AMRO WTT is tegenwoordig ‘een dagje uit’ zoals dat heet. Of eigenlijk een ‘Experience’. Vroeger ging je naar een museum om naar oude vitrinekasten met aardewerk te kijken. Dat doe je tegenwoordig niet meer. Er bestaan geen musea, alleen nog maar Experiences. Stom kijken naar een potje aardewerk uit driehonderd jaar voor Christus, waarbij je hersenen zelf gaan denken en visualiseren is stom. Beleven, aanraken, voelen, jezelf laten entertainen, dat is 2013. Net als in Rotterdam.

Ik ben dus heel ouderwets. Van mij hoeft er geen Tennis Plaza te zijn met lekkere broodjes. Geen signeersessies. Geen AD Nieuwscafé. Geen Tennis with the Stars. Het enige wat me boeit is die tennisbaan van Ahoy, waar twee topsporters zweten, zwoegen en op het allerhoogste niveau elkaar lopen af te matten. Mannen waarvan hun hele leven in het dienst staat van het racket en de bal. En dat zo goed mogelijk doen. De rest boeit me niet. Ja, een koffie in een plastic bekertje erbij, of ’s avonds een biertje in een plastic glas. En het liefst patat in een zakje, voor 1 euro 50. Met teveel mayonaise en een houten vorkje. De titanenstrijd tussen Grigor Dimitrov en Marcos Baghdatis. De geconcentreerde overwinning van Igor Sijsling op Jo-Wilfried Tsonga. Genieten van Roger Federer, de beste tennisser aller tijden. Helemaal opgaan in de strijd, waarbij ik zelfs op de perstribune (not done) moet klappen en merk dat ik na weer een geweldige rally van oor tot oor straal. Twee toptennissers, een stoeltje en een kleine consumptie. Meer heb je niet nodig. En het is er allemaal in Rotterdam.

Bedankt Ahoy. Ik ben er volgend jaar graag weer bij.

Share

Ontmoet.Je.Helden.Niet.

Het is geregeld met de ATP-mensen hier in het perscentrum. Woensdagmiddag om vijf uur mag ik Marcos Baghdatis interviewen voor Forty Love. Die gekke Cyprioot, waarvan ik (en met mij miljoenen anderen) al fan van ben sinds die finale van de Australian Open in 2006. Een beetje een goede mafkees, met dat gekke haar en die heerlijke backhand. One of the good guys van de tour, zeker weten.

d3e44fe8461adce09b7142baaab99d19

Als ik als kwispelend hondje het ATP-kantoortje binnenloop om vijf uur mag ik met de ATP-official naar het spelershome. Ik moet even bij de ingang wachten. Ik word een beetje zenuwachtig. Gaan we even rustig zitten en worden tien minuten misschien een half uur, omdat het interview zo geslaagd is? Ik wil graag een mooi artikel schrijven voor Forty Love over het vaderschap van de 27-jarige Baghdatis. In hoeverre is het als reizend tennisprof te doen om je carrière met je gezin te combineren? Kijkt hij op naar iemand als Roger Federer die twee kinderen heeft en ook nog op hoogste niveau blijft acteren? En passant wil ik weten of hij nog de kracht in zich heeft, juist met zijn nieuwe gezin, om zich weer terug te knokken naar de top-20 of misschien zelfs de top-10 waar hij ooit in 2006 stond?

Ik heb me goed voorbereid via de standaard wikipedia en ATP tennis site en gegoogled naar eerdere interviews. Na tien minuten wachten komt de ATP-offical naar me toe om te zeggen dat Baghdatis nu bij de masseur zit en dat het interview pas om zes uur kan plaatsvinden. Oké. Prima. Zes uur kan ik ook, hoewel ik ook de Nederlandse dubbelaars Stephan Fransen en Wesley Koolhof moet spreken voor een artikel voor een ander medium.

Net over zessen ben ik klaar met dat gesprek en meld ik me weer bij het ATP-kantoortje in het perscentrum. Ik loop weer achter hem aan naar het spelershome en zie Baghdatis al staan. Mijn hart klopt net iets harder nu het gaat gebeuren. We gaan op de bank zitten en ik geef hem nog een hand, maar mijn naam doet hem niet zoveel. De ATP-offical zit naast ons. “So you first had to go the fysio?” was mijn eerste poging tot contact met de Cyprioot. Hij kijkt me meewarig aan. “I don’t understand? What do you mean?”. Hij kijkt naar de official. “I don’t understand?”

Spreekt die gast geen Engels? Jawel toch? “You first had massage before?” probeer ik. Het is niet mijn bedoeling om hier uitgebreid over te praten, maar ik begin elk interview rustig om daarna de diepte in te gaan. Lijkt me normaal. Baghdatis zoekt de hele tijd contact met de offical. “I don’t understand. I don’t understand.”

Oké. Andere vraag: “So your match just now, that was a weird match?” (Franse tegenstander Paire gaf op bij 0-4 in de derde set, red.) Baghdatis begint nu bewegingen te maken dat hij het niet begrijpt. Hij blijft naar de official kijken. “No was normal. Normal match. Nothing special.” Hij schudt meewarig met zijn hoofd.

Wat is dit? Ik heb mensen als Youp van ’t Hek, Marco van Basten, Luis Suarez en Martijn Krabbé zonder enige problemen geïnterviewd, waarbij de interviewtijd vaak uitliep omdat het een interessant gesprek was. Hoewel, Martijn Krabbé was wel erg vol van zichzelf bedenk ik me nu. Oké, dan door naar het vaderschap: “So you just became a father. Can you combine that with your professional tennis career?”

Diepe zucht. “Yeah is fine. The same. I changed. Now is different to come home and we’re with three now. But still same tennisplayer. Nothing different.” Deze worsteling gaat nog twee minuten zo door en terwijl Baghdatis al voornamelijk naar de official keek zegt hij snel “Enough? Enough?” De offical knikt. Hij is weer vrij. Ik begin nog tegen de ATP-meneer over dat Baghdatis misschien niet zo’n zin had in het interview? “Maybe he is used to questions of higher level.”

v65oai7fxn47qv9nectx@collewich: Marcos Baghdatis redelijke held van me. Maar nog nooit zo’n onbeschofte jongen meegemaakt in een interview #eikel #onprofessioneel

Share

Gelukszoekers van Ahoy

529690_480360518688276_904969796_nAl jaren spelen Wesley Koolhof (23) en Stephan Fransen (24) in de futures, de kelder van het proftennis. Dankzij blessures van grote jongens Mikhail Youhzny en Michaël Llodra kregen ze de unieke mogelijkheid om te ervaren hoe de hemel van het proftennis eruit ziet. 

Spelen op het centre court van Ahoy: als proftennisser in de marge blijft het normaal bij dromen. Als tweede ´alternate´ op de lijst van dubbelspelers voor het ABN AMRO WTT was het voor Koolhof en Fransen bidden, smeken en hopen op een verstapping, een schouderblessure, alles wat maar een opgave van een grote naam in Ahoy betekent. De dubbelpartners maakten al dagen gebruik van een afstreeplijstje in hun hoofd. Nummertje één: Llodra is afgehaakt. Nummertje twee: Youhzny gaf op in zijn enkelpartij tegen Thiemo de Bakker bij een 1-4 achterstand in de derde set. „Na de training gisteren had ik vier gemiste oproepen en toen wist ik wel wat er aan de hand was”, zegt Koolhof die op het laatste moment werd toegevoegd aan het dubbeltoernooi. De twee vrienden hadden de pech aan te treden tegen de Britten Colin Fleming en Jonathan Marray. Laatstgenoemde won afgelopen jaar Wimbledon in het dubbelspel. De persconferentie na een logische nederlaag werd hilarisch. Twee jongens die alleen maar lachen en blij zijn dat ze vragen mogen beantwoorden, dat zijn sportjournalisten niet gewend. De perschef: „Deze jongens gingen uit zichzelf twintig minuten lang handtekeningen uitdelen op de eerste ring van het centre court.”

Koolhof is zoon van oud-voetbalinternational Jurrie Koolhof en oud-hockeyinternational Monique Westerdijk: „Heel logisch dus dat ik ben gaan tennissen,” lacht de nummer 334 van de wereld op de dubbelranglijst. „Zij weten wel dus hoe topsport werkt. Ze kwamen ook allebei kijken vandaag. Ik was bang om mijn eerste ballen te raken met inspelen op dat centre court. Ik was ontzettend blij dat die eerste paar ballen goed gingen.”

Fransen staat 277ste op de wereldranglijst voor dubbels en wekte de indruk dat het betreden van het heilige centre court van Ahoy een nogal surrealistische ervaring voor hem was. Fransen: „Ik heb tot 4-2 niet naar het scorebord gekeken. Ik was totaal de telling kwijt. Toen ik hier als 8-jarige was droomde ik hier al van. Het was echt kippenvel.”

Brutaal pakten Koolhof en Fransen de eerste set, daarna ging het licht snel uit. De Britten zegevierden met 4-6 6-1 10-2. Toch kregen ze nog 4750 euro voor de moeite. Een stuk meer dan wat ze voor al die toernooizeges pakten in de kelder van het proftennis. Koolhof: „Wat we met een overwinning voor ATP-punten voor de wereldranglijst konden halen was zes futurezeges bij elkaar. En voor een toernooioverwinning krijg je 250 euro.”

En nu: „Terug naar de realiteit. Ik ga drie weken futures spelen in Israël”, lacht Koolhof. Franzen: „Ik moet eerst nog een week het tweede deel van mijn studie personal trainer afronden. Dan ga ik naar Israël om Wesley te vergezellen bij de futures. Hoe we dat financieel kunnen bekostigen? Als we snel doorgroeien naar het niveau van de challengers, dan kunnen we wel break-even draaien. Bij challengers krijg je in tegenstelling tot futures ook gratis eten.”

In: Sp!ts donderdag 14 februari

Share

De volley is springlevend

Igor Sijsling staat tegen de nummer acht van de wereld, in eigen huis, in een ATP-500 toernooi. In zijn eerste servicegame en bij een achterstand van 0-1 staat hij al meteen 15-40 op zijn eigen service. Wat doe je dan?

Sijsling7

Het zou een quiz-vraag kunnen zijn, die door 95 van de top-100 spelers tegenwoordig beantwoord wordt met: hard serveren en dan domineren in de rally. Maar Sijsling denkt: service-volley natuurlijk! Een nogal vergeten ambacht, maar overtuigend uitgevoerd door juist onze eigen Nederlander. In zijn eerste cruciale game slaat hij goede diepe volleys die hem uit de problemen helpen.

Van de acht breakpoints die de grote Jo-Wilfried Tsonga krijgt, weet hij er maar één te benutten. De oplossing van de Amsterdammer Sijsling: serveren en oplopen naar het net. Eerste volley diep wegdrukken richting de baseline en eventueel de tweede wegleggen. Volgens het oude schoolboekje, dat allang is opgegraven door de 25-jarige Sijsling, die na de wedstrijd ook toegaf dat hij zijn spelletje helemaal gevonden heeft. Dat blijkt wel uit de reactie van zijn coach Joaquin Munoz: “Mooi man” en “Niets geks wat je nu gedaan hebt”.

“Zijn beste wedstrijd”, noemde Sijsling het, hoewel hij die woorden op de persconferentie snel inslikte. Hij maakte er “Beste overwinning ooit” van en denkt dat de Fransman hem onderschatte. En Tsonga, die wist wat er na de wedstrijd wel mis was: “Ik miste vier, vijf volleys op belangrijke momenten.”

De statistieken geven hem gelijk. 7-6 4-6 6-4. Aantal punten Tsonga: 103. Sijsling: 104. Lang leve de volley.

http://www.fortylove.nl/index.php/blogs/item/192-de-volley-is-springlevend

Share