Kijkend naar Maxime Cressy waan je je even in het Wimbledon van de jaren tachtig (NRC)

Wimbledon – Het ‘ware’ grastennis, service-volley, is zeldzaam geworden op Wimbledon. De Frans-Amerikaanse speler Maxime Cressy (25) houdt de speelstijl in ere.

Kijken naar Maxime Cressy (25) op Wimbledon is jezelf als kijker weer in de jaren tachtig en negentig wanen, toen service-volley-specialisten als John McEnroe, Boris Becker en Stefan Edberg domineerden op gras met hun atletische en aanvallende spel. De Frans-Amerikaanse tennisser doet deze weken als enige wat verder niemand op de All England Lawn and Croquet Club nog doet – of misschien nog durft: na elke service rent hij naar het net.

De wedstrijd dinsdag tegen Felix Auger-Aliassime op baan 3 in Londen, een intiem stadion met perfect gemaaid gras, is daarmee een contrast van speelstijlen. De ‘aanvaller’ tegen de ‘verdediger’ – de netbestormer tegen de baseliner. Zoals het vroeger John McEnroe was tegen Björn Borg, Pete Sampras tegen Andre Agassi en Martina Navratilova tegen Chris Evert.

Cressy is tegen de nummer 9 van de wereld de aanvaller, die de punten kort wil houden. De Canadees de opgejaagde, die probeert om zijn tegenstander elke keer te passeren. Meestal duwt de Amerikaan de volley na zijn machtige service subtiel naar de hoek en wint hij zo het punt. Soms schildert Cressy de bal kort achter het net met een stopvolley. De 1,98 meter lange Cressy verslaat de Canadees in een hoogstaande partij, waarin hij 134 keer naar het net rent en daar 95 punten maakt, een succespercentage van 71 procent. Hij laat daarmee bij zijn debuut op Wimbledon zien dat service-volley niet uitgestorven is.

Nul keer service-volley

Vijfentwintig jaar geleden sprintte meer dan de helft van de spelers op het snelle gras na hun eerste en tweede service naar het net. Dit veranderde in 2001, toen Wimbledon de samenstelling van het gras wijzigde. Het toernooi koos voor duurzamer gras, waar de balstuit gelijkmatiger en hoger was. In combinatie met betere snaren – meer controle – en betere rackets werd service-volley steeds minder een winnende tactiek in Londen. Verdedigende spelers kregen steeds meer ‘grip’ op de tennisbal en konden vaker de netspeler passeren.

Baseliners Lleyton Hewitt en David Nalbandian liepen in de finale van 2002 geen enkele keer naar het net na de service. Het bleek een kentering. In 2003 was het percentage service-volley dat door de mannen werd gespeeld nog maar 33 procent. Dit daalde naar tien procent in 2008. Vorig jaar was het percentage gezakt naar slechts vier procent.

Roger Federer (40), die dit jaar ontbreekt omdat hij nog herstelt van een knie-operatie, waarschuwde in 2017 al voor deze ontwikkeling. „Voor mij is het raar om te zien dat op ons niveau bijna iedereen waar ik tegen speel, weigert service-volley te spelen. Dat is fantastisch voor mijn kansen”, zei Federer, nadat hij voor de achtste keer het toernooi had gewonnen. „Goede dingen gebeuren aan het net. Je wil daar zijn, en je moet daar tijd spenderen om je er vertrouwd en goed te voelen.”

 

Share

Boek ‘Tijdperk Roger Federer’ verschijnt in 2023

Het boek ‘Tijdperk Roger Federer – de briljante carrière van de beste tennisser ooit’ van Sander Collewijn bij uitgeverij Ambo|Anthos is een in-depth analyse van de beste tennisser aller tijden. Hij is 41, stokoud voor een toptienspeler in het moderne tennis. Hij stond maar liefst 310 weken bovenaan de ATP-ranglijst, waarvan 237 weken achtereen. Gedurende zijn carrière sloeg hij een duizelingwekkende 130 miljoen euro aan prijzengeld bij elkaar.

Overal waar getennist wordt, wordt over Roger Federer gesproken. De koning van Wimbledon – tien finales, acht titels – was jarenlang onverslaanbaar op de ATP-tour, en ook toen de giganten Nadal en Djokovic zich meldden bleef Federer in het middelpunt van de belangstelling staan. Nu het einde van Federers tenniscarrière nadert, neemt Sander Collewijn die nog eens onder de loep. Hij analyseert de technische tennisser, de mentale tennisser, de zich ontwikkelende tennisser, de winnende en de verliezende tennisser.

Maar ook Federer als mens, als vader, als merk en als icoon. Sander Collewijn was bij twee van de belangrijkste wedstrijden van Federer: Rome 2006 en Australian Open 2017. Wat Sander Collewijn daar heeft gezien tartte zijn voorstellingsvermogen, en die bewondering voor deze sportman zette hij om in dit prachtige boek Tijdperk Roger Federer.

Voorjaarsfolder 2022 jpg

Share

De grip wordt steeds extremer voor steeds meer topspin (NRC)

Tennisgrepen – Hoe tennissers tegenwoordig hun racket vasthouden, verschilt van vroeger. „Je ziet enorme versnellingen van het racketblad waarbij de bal veel spin en vaart krijgt.”

Kijk naar de manier waarop Iga Swiatek (20), de nummer 1 van de wereld, haar racket vasthoudt. De knokkels van haar hand wijzen naar de grond. De palm van haar hand is onder de steel van het racket. Haar arm is gebogen. Het lijkt onmogelijk om een bal nu goed over het net te slaan. Maar juist door het racket zo vast te houden, kan ze de bal een enorme zwieperd geven met haar forehand. Ze maakt met deze greep de meest bizarre hoeken op de tennisbaan. Met de ‘western-greep’ kan de Poolse met haar racket extreem agressief zwaaien, veel meer dan met conventionelere, grepen.

Door de snelle opwaartse beweging, à la een ruitenwisser, krijgt de tennisbal veel effect mee. Deze extreme rotatie van de bal, ‘topspin’, zorgt ervoor dat de bal hoog over het net gaat en daarna snel daalt. Swiatek kan daarmee bijna elke bal op volle kracht slaan, omdat de bal toch wel weer binnen de lijnen stuitert, dankzij de extreme topspin. Na de stuit ‘schiet’ de roterende bal extreem door. Het is een slag die haar zeker op gravel een groot voordeel geeft. Mede daarom is Swiatek de grote favoriete voor Roland Garros.

Continental

Een tennisgreep heeft er niet altijd zo uitgezien. Wie de overwinning terugkijkt van de Amerikaanse tenniskampioene Billie Jean King bij de US Open in 1971, ziet een tennisster met een veel minder extreme greep: de ‘continental’. Hiermee houdt een tennisser het racket vast zoals je iemand de hand schudt.

Met deze klassieke greep, tot ver in de jaren zeventig de meest voorkomende, slaat King (nu 78) op een elegante manier door de bal. Het was belangrijk om de bal ‘na te wijzen’ en een zo lang mogelijke zwaai te maken. Hoe langer, hoe beter. De pols bleef strak om het racket om vlakke ballen over het net te plaatsen. Die ballen bleven laag op het gras.

King speelde met haar houten racket in een tijd waar plaatsing belangrijker was dan snelheid. Service-volley was de norm, de wedstrijd won je aan het net.

Schermafbeelding 2023-01-09 om 19.27.32

Eastern

De Zweed Björn Borg, die van 1976 tot 1981 zes keer Roland Garros en vijf keer Wimbledon won, was een pionier. Hij hield zijn racket anders vast, in een stijl die ‘eastern’ werd genoemd, een term afkomstig van de speelstijl in het oosten van de VS.

Borg (nu 65) draaide zijn vingers een paar centimeter naar beneden, zodat hij ruimte kreeg om in plaats van horizontaal meer naar boven uit te zwaaien met zijn racket. Daarmee sloeg hij topspin. In plaats van elk punt naar het net te stormen, kon hij ook vanaf de baseline punten winnen. Hij had een manier gevonden om hard te slaan, maar de bal nog in het spel te houden. De baan van de bal werd steeds meer een ‘boogje’.

Kunststofrackets zorgden er na het tijdperk-Borg voor dat de ballen nog harder konden worden geslagen. Topspin met de eastern-greep werd de norm in de jaren tachtig en negentig. Roger Federer (40), wiens comeback in de herfst wordt verwacht na een knieoperatie, speelt nog steeds met deze greep. Mede daardoor heeft het spel van de Zwitser een klassieke look.

Lees verder op nrc.nl (22/05/2022)

Schermafbeelding 2023-01-09 om 19.33.46

Share